Asymmetrische Tonische Nek Reflex (ATNR)
Deze reflex ontwikkelt zich na de Palm Reflex. De Asymmetrische Tonische Nek Reflex zorgt er o.a. voor dat de spieren aan de linker- en rechterkant geoefend worden en is belangrijk bij de ontwikkeling van de hand-oogcoördinatie. Ook helpt de ATNR een baby om geboren te worden. Dit reflex zorgt er namelijk voor, dat de baby de draai maakt die nodig is om door het geboortekanaal te kunnen komen. Bij een baby is deze reflex te zien wanneer de baby het hoofd naar één kant draait, waarbij aan dezelfde kant de arm en het been zich strekken. Aan de andere kant buigen arm en been zich. De spieren worden zowel links als rechts getraind. Deze reflex ontwikkelt zich ongeveer in de 18e week van de zwangerschap. Dit is ook vaak het moment waarop een baby begint met schoppen. De ATNR zou na 6 maanden na de geboorte onder controle moeten zijn.
Wanneer de ATNR niet onder controle is wordt deze steeds opgewekt wanneer het hoofd naar rechts of links gedraaid wordt. Steeds wanneer het hoofd naar een bepaalde kant draait en de ogen dus de middenlijn kruisen, krijgen armen en benen de impuls zich te strekken. Het lichaam gaat onbewust tegen de impuls in om armen en benen te strekken en dit kost het lichaam dus erg veel energie. Tijdens zowel schrijven als lezen kruisen de ogen constant de middenlijn, waardoor dit heel veel energie kost. Bij kinderen is deze reflex soms ook zichtbaar doordat kinderen bij lezen en schrijven de benen rond de stoelpoten klemmen of op één been gaan zitten om de strekbeweging van armen en benen tegen te gaan. Bij volwassenen kan dit zich bijvoorbeeld uiten door op de fiets of met de auto naar rechts te kijken, waarbij het stuur naar rechts gedraaid wordt. Wanneer de ATNR niet onder controle is kunnen o.a. onderstaande klachten ontstaan.
Symptomen ongeremde ATNR:
- Dyslexie, dyscalculie, dyspraxie
- Leesproblemen (zoals focussen, ruimtelijk inzicht over de leespagina, hardop lezen, zich de tekst herinneren & in eigen woorden vertellen)
- Slecht ruimtelijk inzicht
- Oogproblemen met divergeren, convergeren, focus, samenwerking ogen
- Evenwichtsstoornissen
- Houterige motoriek
- Schrijfproblemen (pengreep, motoriek, vloeiende letters maken, schrijfhouding, van het bord overschrijven)
- Slecht handschrift en moeite met uitdrukkingsvaardigheid op papier
- Het ene moment heel rationeel kunnen denken en daarna heel emotioneel zijn en andersom
- Voor dezelfde taak afwisselend de linkerhand of rechterhand gebruiken
- Niet gekropen hebben als baby (in plaats van kruipen met de billen over de grond schuiven of een andere afwijkende manier van zich verplaatsen voordat hij kan lopen)
- Voetje voor voetje de trap op of af gaan
- Onhandigheid (bijv. steeds struikelen)
- Zwart-wit denken
- Rug- en nekproblemen
- In plaats van kruisbewegingen tijdens het lopen juist homolaterale bewegingen